Wapen en vlag

Oud-Vossemeer was voor de gemeentelijke herindeling op het eiland Tholen van 1 juli 1971 een zelfstandige gemeente met een oppervlakte van ca. 1364 ha. Op dit grondgebied wonen ca 2700 inwoners.
Het wapen, dat op de wapenkaart in de Cronijk van Zeeland van M. Smallegange (1696) is afgebeeld, heeft een schild van goud beladen met een vos van keel (rood) zwemmende op een zee van lazuur (blauw) en zilver. Er is echter een ouder wapen bekend. Volgens de beschrijving van 1515 heeft de vos op een groen veld een mare in de mond. Men is het er echter niet over eens of hier een maretak of een worst wordt bedoeld. De bovenste helft van het schild draagt zes vierkanten kennelijk doelend op de 6 oudste deelgenoten die in 1410 dit gebied kochten.De vlag bestaande uit 4 horizontale banen van geel, rood, blauw en wit met in de broektop het gemeentewapen, is in 1938 in gebruik genomen.

Oud Vossemeer dorp

Kopergravure tweede helft 18e eeuw

Inpoldering

Ten noorden van het stadje Tholen lag in de middeleeuwen een uitgebreid gebied van geulen, slikken en schorren dat graaf Willem VI in 1410 aan 6 van zijn raadslieden verkocht. Dit gebied 'benoorden der Tholen binnen de mercken van de Noortketen die staen op ten dijck van Dalempolder, overcomende aen Hasershille, van daenen in de Kercke Kamere, streckenende lijnrecht door Vosvliet aen 't nyeuwenlandt van den Brouck' werd kort na de uitgifte, vermoedelijk al in 1411 bedijkt, waardoor de Oud-Vossemeersepolder ontstond. Door de bekende Elisabethsvloed van 1421 verdween de polder onder water doch werd spoedig hierna herdijkt.

Omstreeks 1450 vond de inpoldering plaats van de Kerkepolder. Hierin ontstond het dorp. Eveneens in de 15de eeuw vond de bedijking plaats van de Hikkepolder die na een overstroming in 1530 in 1561 werd herdijkt. Ook in 1682 brak de dijk van deze polder door. Bij het huidige gemaal aan het Schelde-Rijnkanaal (Eendracht) ligt de ringdijk waarmee de doorbraak werd gesloten. Langs de Eendracht zijn in de 15de en 16de eeuw nog enige kleine polders ontstaan zoals de Slabbekoornpolder bij het stadje Tholen, die de laatste jaren geheel in gebruik is genomen als industrieterrein.
Aan de noordkant van Vossemeer ontstond tussen de Vosvliet en de Pluimpot een aparte heerlijkheid met de naam Vrijberghe. In 1511 is in archiefstukken sprake van de 'bereden' of in cultuur gebrachte polder die later is overstroomd. Rond 1650 zijn deze gronden opnieuw bedijkt en ontstond de Oost-Vrijberghepolder. Ook in de 19de eeuw werd het grondgebied van de gemeente Oud-Vossemeer en Vrijberghe in de Mosselkreek uitgebreid. Zo ontstonden de Hollarepolder (1843), de Van Haaftepolder (1852) en de Sluispolder (1877). In de loop der eeuwen zijn meerdere polders overstroomd onder meer in 1682, 1715, 1808 en 1906. In 1944 is geheel Oud-Vossemeer evenals de rest het eiland Tholen door de bezetters onder water gezet. In 1953 beleefde  Oud-Vossemeer hachelijke momenten doch bleef gespaard voor het watergeweld.
De Nieuw-Vossemeersepolders, die aan de oostzijde van de Eendracht zijn ingedijkt, waren aanvankelijk Zeeuws en behoorden tot de heerlijkheid Vossemeer. Sinds 1809 is dit Brabants grondgebied.

Naamgeving

De naam Vossemeer is afgeleid van een brede kreek in dit gebied die de Vosvliet werd genoemd. Delen van deze kreek zijn nog in de Hikkepolder te zien onder aan de oprit naar de brug over het Schelde-Rijnkanaal. Oostelijk hiervan lag een water, de Mare genaamd. Dit woord is als tweede bestanddeel in de vorm van meer in de naam van de heerlijkheid terechtgekomen. Toen in de tweede helft van de 16de eeuw aan de overzijde van de Eendracht door de heren een nieuw dorp werd gesticht - de polder waarin het nieuwe dorp lag is in 1583 onder water gezet en in 1609 herdijkt - ontstonden de namen

Oud- en Nieuw-Vossemeer

Vossemeer was een ambachtsheerlijkheid, d.w.z. een gebied met rechtsmacht. Graaf Willem VI gaf deze rechtsmacht in 1410 aan 6 heren. Tegenover bepaalde lasten, zoals de zorg voor het bestuur en het opbrengen van belastingen voor de graaf, genoten zij rechten. De bekendste heerlijke rechten zijn het veerrecht, visrecht, vogelarij, jacht, plantrecht en tienden. Particulieren mochten tegen een geldelijke vergoeding (pacht) gebruik maken van deze rechten.
Het bestuur van de heerlijkheid werd gevormd door een baljuw en 9 schepenen die door de heren werden benoemd. Naast het administratieve bestuur waren de schepenen belast met de rechtspraak. Doordat Vossemeer een hoge heerlijkheid was konden zij zelfs doodvonnissen vellen. Door de Franse revolutie verloor de heerlijkheid haar publiekrechtelijk karakter. De beide gebieden aan weerszijden van de Eendracht met de dorpen Oud- en Nieuw-Vossemeer werden aparte gemeenten (1809). De heerlijkheid met de nog resterende eigendommen, waaronder het in 1767 opgetrokken ambachtsherenhuis -dat tot in 1953 in gebruik bleef als gemeentehuis- bleef bestaan. In 1935 is dit lichaam omgezet in 'De ambachtsheerlijkheid Oud- en Nieuw-Vossemeer en Vrijberghe N.V.', gevestigd in Oud-Vossemeer. Nog jaarlijks komen de ambachtsheren/aandeelhouders op de eerste dinsdag in juni in het fraai gerestaureerde ambachtsherenhuis bijeen.

Het dorp

Zoals gezegd is het dorp in de Kerkepolder ontstaan. Het is een ringdorp waar de huizen rond de kerk staan. De vroeger met een gracht omgeven kerk is in de tweede helft van de 15de eeuw gebouwd. Deze was aan Johannes de Doper gewijd. Tijdens de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog is het dorp door de Staatse troepen platgebrand (1576). Ook de kerk werd zwaar beschadigd. Twee jaar later kreeg de Reformatie op het eiland Tholen haar volle beslag en trokken de priesters weg. Oud-Vossemeer kreeg in 1583 zijn eerste predikant. De herbouw van de kerk vond plaats in 1595. Tegenwoordig zijn er 5 kerkgenootschappen. Ongeveer 30 % van de bevolking is rooms katholiek.
Het dorp dat midden in de polder ligt is in de loop der eeuwen langzaam gegroeid in de richting van het Nieuwe Veer dat in 1567 voor het eerst werd verpacht. Zo ontstonden de buurtschappen Kalisbuurt en 't Veer. Bij het pontveer lag ook een klein getijhaventje dat in het kader van de aanleg van de Schelde-Rijnvebinding is opgeruimd. Het pontveer is toen vervangen door een brug (1974). Het veer bij de buurtschap Botshoofd, indertijd het belangrijkste veer voor het eiland Tholen, was al in 1886 uit de vaart genomen. De lintbebouwing langs de andere uitvalswegen ontstond in de 19de eeuw.

Het dorp had een agrarisch karakter. Tot aan het einde van de 19de eeuw was, zoals elders op Tholen, de verbouw en verwerking van Rubia tinctorum belangrijk. De wortels van de meekrapplant werden in meestoven verwerkt tot een poeder voor de fabricage van rode verf waarmee o.a. wollen stoffen werden gekleurd. De uitvinding van de chemische verfstoffen maakte in enkele decennia een einde aan deze bedrijfstak. De laatste van de 4 meestoven in deze gemeente werd in 1904 gesloopt. Oud-Vossemeer is de enige plaats op het eiland Tholen waar nog kermis wordt gehouden. Deze vindt plaats op vrijdag en zaterdag na de tweede donderdag in juni.

Roosevelt

Oud-Vossemeer geniet bekendheid doordat mogelijk het voorgeslacht van de Amerikaanse president F.D. Roosevelt uit deze plaats afkomstig is. Diens voorvader, Claes Martensen Roosevelt, zette rond 1650 in het huidige New York voet aan land. De weduwe van de president, Eleanora Roosevelt, bracht in 1950 een bezoek aan Oud-Vossemeer waar mogelijk ook haar 'roots' liggen. Tegenwoordig wordt in het kader van de uitreiking van The Franklin D. Roosevelt Four Freedoms Awards in Middelburg tijd gereserveerd voor een bezoek aan Oud-Vossemeer. Deze internationale onderscheiding wordt toegekend aan degenen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van de vrede en gerechtigheid. De vier door Roosevelt geformuleerde vrijheden hebben gestalte gekregen in een kunstwerk van Nico van den Boezem dat bij de Hervormde kerk is geplaatst. 

OUD VOSSEMEER luchtfoto
Luchtfoto Oud-Vossemeer