Wapen en vlag

Scherpenisse was voor de gemeentelijke herindeling op het eiland Tholen van 1 juli 1971 een zelfstandige gemeente met een oppervlakte van ca. 1053 ha. Naast het dorp Scherpenisse zijn er nog de buurtschappen Gorishoek, Schoondorp en Westkerke. In het totaal wonen er ca 1800 inwoners.

Het wapen van Scherpenisse is afgebeeld op de wapenkaart in de Cronijk van Zeeland van M. Smallegange (1696) met een rode dwarsbalk op een schild van zilver. Het wapen werd in 1817 echter bevestigd met een blauwe balk. De wapenbeschrijving vermeldt niet dat het schild is gedekt met een gouden kroon met 15 parels. De vlag, bestaande uit 7 banen van blauw en wit met in de broektop het gemeentewapen, is vermoedelijk in 1938 in gebruik genomen.

Polder

De oudste polders in het Thoolse land zijn Scherpenisse, Poortvliet, Oudeland (Sint-Maartensdijk) en Schakerloo. Bij Westkerke ligt de zogenaamde Westkerkse berg.

Van de ongeveer 12 bergjes die er op Tholen waren, is alleen deze overgebleven. De ruim 7 m hoge berg is in drie fasen opgeworpen. De onderste laag, die tot 1 m N.A.P. reikt, zal hebben gediend als vluchtheuvel voor hoogwater op de nog onbedijkte schorren.

Nieuwe afbeelding 1
Luchtfoto Scherpenisse

De tweede verhoging houdt verband met een functie als kasteelberg. De in deze verhoging gevonden houtskoolresten zijn van ca. 1025. Op het bergje zal toen een eenvoudige houten versterking (motte) hebben gestaan zoals ook op het tapijt van Bayeux van 1066 is te zien. Op de derde verhoging zijn resten baksteen gevonden die afkomstig kunnen zijn van een stenen toren. Zowel de terp/kasteelberg als het voorterrein met het Hooge huys aan de kant van het dorp waren omgracht.

Op waterstaatkundig gebied heeft de Scherpenissepolder een bewogen geschiedenis. De zeewering aan de zuidkant lag tot 1623 ca. 500 m verder naar buiten. Door overstromingen, dijk- en oevervallen heeft men tussen 1623 en 1826 ca. 250 ha grond aan de zee moeten prijsgeven. Door tijdig inlaagdijken aan te leggen heeft men de schade kunnen beperken. De nol van Gorishoek is nog een restant van de oude zeewering. De polder is overstroomd in 1570, 1645, 1671 en 1715. Bij de inundatie van 1645 ging ook een redoute of wachttoren uit de Tachtigjarige oorlog verloren. De andere polders die het grondgebied van Scherpenisse vormen zijn in de Pluimpot bedijkt; de Zoutepolder ca. 1285, de Geertruidapolder in 1494, en de Houwerpolder in 1812.

In 1944 hebben de bezetters dit gebied evenals de rest van het eiland Tholen onder water gezet. Hoewel Scherpenisse bij de stormvloedramp van 1953 gespaard bleef, bleken de dijken langs de 3 km lange Pluimpot een zwakke schakel in de zeewering. Dit water, waardoor het dorp bereikbaar was voor schepen, is in 1957 bij Gorishoek afgedamd.

Dorp

In archiefstukken is in 1203 sprake van Baldewinus clericus (geestelijke) de Scarpenesse en in 1206 van het eiland Scarpenesse. Deze naam is afgeleid van het Germaanse scarpa (scherp of spits) en nasja (landtong, uitspringend in zee of rivier); dus een spits in zee uitstekend land. Misschien is scarpe echter de naam van een persoon die dit land in bezit had.

In het begin van de 13de eeuw zal er dus al een gemeenschap zijn geweest die een geestelijke kon onder­houden. Uit de plaatsnaam Scarpenissedam, genoemd in 1285, is af te leiden dat het dorp is ontstaan bij een dam in een inbraakgeul van de Pluimpot. De bedding van deze kreek is nog tussen de Platteweg en Molenweg in het landschap te volgen. Deze dam ligt waarschijnlijk in het verlengde van de Langeweg. Later is de plaats in de richting van het water gegroeid. Ook de Hoge Markt en in het verlengde daarvan de Weststraat zijn zeewering geweest. De verhoging van het terrein ervoor is waarschijnlijk gebeurd met zelkas, een restant van de winning van zout dat ontstaat door het verbranden van zouthoudend veen. Dit werd zowel binnen- als buitendijks gewonnen waarna het in zoutketen werd verwerkt. Zout was een belangrijk conserve­ringsmiddel. In de 15de eeuw is het selzout verdrongen door het Franse en Portugese baaizout.

Evenals in de andere plaatsen op het eiland Tholen stond er ook in Scherpenisse een meestoof waar men tot kort na de uitvinding van de chemische verfstoffen rond 1870 de wortel van de meekrapplant verwerkte tot een poeder voor de fabricage van rode verf waarmee o.a. wollen stoffen werden gekleurd.

Scherpenisse is evenals Sint-Maartensdijk via de Van Borsseles en het huis Egmond aan de Oranjes gekomen. Nog steeds is de Koningin vrouwe van Scherpenisse. De rentmeester, die op het slot te Sint-Maartensdijk woonde, was ook baljuw van Scherpenisse. Er waren 9 schepenen die ook belast waren met de rechtspraak. Na de Franse tijd kwam er een gemeentebestuur zoals wij dat in grote lijnen nu nog kennen. Westkerke was een aparte heerlijkheid met andere heren en een apart bestuur. Met ingang van 1816 is deze gemeente bij Scherpenisse gevoegd. Kerkelijk ressorteerde het na het afbranden van de kerk in de Tachtigjarige oorlog al onder Scherpenisse.

Het veer tussen Gorishoek en Yersekendam op Zuid-Beveland is in 1746 ontstaan in verband met het overzetten van post. Door de aanleg van de spoorverbinding Bergen op Zoom - Goes verviel het postvervoer in 1869. Het overzetten van passagiers is in 1962 gestaakt. Sinds enige jaren wordt echter in het zomerseizoen weer overgezet.

Hoewel de 17de eeuw bekend staat als de Gouden eeuw, was dit niet het geval voor Scherpenisse. De bouw en het onderhoud van het in 1594 gebouwde rechthuis - het latere gemeentehuis - de calamiteiten aan de kade en spuikom en de overstromingen van 1645 en 1671 brachten de plaats aan de rand van een bankroet. Het rechthuis werd zelfs verkocht. Met hulp van Amelie van Oranje, indertijd vrouwe van Scherpenisse, is toen orde op zaken gesteld. In verband met de slechte toestand van het gebouw en de zeer beperkte financiële middelen is het in 1847 verkleind door een verdieping af te breken. Het gebouw is in 1982 gerestaureerd.

Kerk

Het belangrijkste monument is de Ned. Herv. Kerk dat in de 15e en 16de eeuw in Brabants gotische stijl is gebouwd. De kerk was aan de heilige maagd Maria gewijd. In de zestiger jaren van de 16de eeuw was hier Johannes Versteeg pastoor die tot de Reformatie overging. Bij de komst van Alva (1567) is hij gevlucht. Ook uit sententiën (rechtelijke uitspraken) van deze hertog blijkt dat er toen te Scherpenisse een groep reformatorisch gezinden was. De Reformatie op het eiland Tholen voltrok zich in 1578. De eerste predikant voor Scherpenisse en Sint-Maartensdijk was Johannes Florianus. Hij kwam in 1578 doch vertrok al het jaar daarop. Na de val van Brussel in 1583 is deze predikant gevat en te Beveren in het water gesmoord.

Vroeger was deze kerk veel groter. Nadat kalk en gruis uit het verwelfsel op de preekstoel was gevallen, zijn het koor en het dwarspand in 1753 afgebroken. Alleen het schip en de zware toren zijn bewaard gebleven.

In het jaar van de bouw van het rechthuis in 1594 is het Kloveniersgilde opgericht, dit ter bescherming van de ingezetenen die een Spaanse inval vreesden. De 56 schutters waren bewapend met musket en roer. Van wapenvertoon is al lang geen sprake meer. Wel komen de leden nog jaarlijks in de Pinksterweek bijeen in de Gildenkamer in het voormalige gemeentehuis op de Hoge Markt. Sinds enige jaren kent deze vereniging een afdeling boogschutters.

Scherpenisse
Scherpenisse